Vaccinaties kat

Een kitten krijgt via de moedermelk afweerstoffen (maternale immuniteit) mee.Deze afweerstoffen zijn in het algemeen voldoende om het kitten in de eerste levensweken te beschermen tegen ziekteverwekkers. De meeste kittens worden voor het eerst gevaccineerd op een leeftijd van 8 tot 12 weken.
Voor een goede basisbescherming is het noodzakelijk om na 3 tot 4 weken een herhalingsvaccinatie te geven (booster).

Kattenziekte

Kattenziekte is een ernstige, zeer besmettelijke ziekte die met name voor problemen geeft bij jonge katten. Het virus vermeerdert zich vooral in snel delende cellen van het beenmerg en de darmen.
De meest opvallende verschijnselen zijn ernstige buikpijn, braken, diarree en uitdroging. De dieren hebben koorts en maken een zieke indruk. Door de verminderde weerstand kunnen ook andere infecties de kop opsteken, zoals bv. luchtweginfecties.

Na vaccinatie tegen kattenziekte ontstaat er een goede en langdurige bescherming. Als poezen voor het dekken gevaccineerd zijn geven ze via de moedermelk een uitstekende bescherming aan de kittens mee.
Als kittens/katten gediagnosticeerd zijn met kattenziekte is er een overlevingskans, wel is de kans groot dat de kat gedurende langere tijd diarreeverschijnselen heeft.
Daarnaast is kattenziekte een virus wat lang in de omgeving blijft.

Niesziekte

Niesziekte is een aandoening waarbij er sprake is van een ontsteking in de voorste luchtwegen. Verschillende virussen en bacteriën spelen hierbij een rol, maar ook het klimaat, verzorging en de huisvesting van het dier speelt hierbij een belangrijke rol.

Bij niesziekte is er sprake van een soort verkoudheid bij de kat. Die verkoudheid kan variëren, dit is afhankelijk van de leeftijd, de weerstand en de verwekker die de niesziekte veroorzaakt.
Zo kan de niesziekte beperkt blijven tot wat niezen met wat waterige neus- en ooguitvloeiing. Echter als de toestand verslechterd krijgt het dier ook koorts, blaasjes op de tong, ernstige neus- en ooguitvloeiing en kan er ook bronchitis of een longontsteking bijkomen.

Niesziekte vaccineren wij standaard elk jaar

Hondsdolheid

Rabiës is de Latijnse naam voor hondsdolheid. Dit virus wordt vooral via speeksel (bijten) overgebracht, waarna het via de zenuwen naar de hersenen gaat.
Deze ziekte is zeer gevaarlijk en zowel mens als dier gaan vrijwel zonder uitzondering dood nadat de verschijnselen openbaren.

Tegen rabiës kan gevaccineerd worden op de leeftijd vanaf 3 maanden, 1 vaccin geeft dan een bescherming voor 3 jaar.
Een rabiësvaccinatie is voor veel landen verplicht, om uw kat mee op vakantie te nemen of om te emigreren. De eisen van verschillen vaak per land, informeer tijdig bij uw dierenarts wat de regels zijn voor het land waar u naar toe wilt.

Vaccinatieschema